kerk panorama

Avondmaalformulier

Formulier voor de viering van het Heilig Avondmaal I

Gemeente van onze Here Jezus Christus,

In Matteüs 26 wordt de instelling van het heilig avondmaal als volgt beschreven:
En als zij aten, nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, brak Hij het en gaf het de discipelen, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam. En Hij nam de drinkbeker, en gedankt hebbende, gaf hun die, zeggende: Drinkt allen daaruit; want dat is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments, hetwelk voor velen vergoten wordt tot vergeving der zonden. En ik zeg u, dat Ik van nu aan niet zal drinken van de vrucht des wijnstoks, tot op die dag, wanneer Ik met u dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk mijns Vaders.
Terwijl zij aten nam Jezus een brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het aan zijn discipelen en zeide: Neemt, eet, dit is mijn lichaam. En Hij nam een beker, sprak de dankzegging uit en gaf hun die en zeide: Drinkt allen daaruit. Want dit is het bloed van mijn verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Doch Ik zeg u, Ik zal van nu aan voorzeker niet meer van deze vrucht van de wijnstok drinken, tot op die dag, dat Ik (Matteüs 26:26-29) haar met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk van mijn Vader.

(Lucas 22:19) Christus wil dat wij deze maaltijd houden om zijn offer te gedenken. God de Vader zond zijn Zoon in deze wereld om Gods toorn voor ons te (1 Petrus 3:18) dragen. Daarom gedenken wij tijdens het avondmaal de lijdensweg die Christus ging, zijn angsten in Gethsemané en zijn sterven aan het kruis op Golgotha.
(Hebreeën 9:22) Zonder bloedstorting is er geen vergeving. Het Oude Testament vertelt ons dat God de eerstgeborenen van de Egyptenaars doodde, maar dat de Israëlieten veilig waren achter het bloed dat aan de deurposten (Exodus 12:13) gestreken was.
Bij de wetgeving op de berg Sinaï moest Mozes het volk (Exodus 24:8) met bloed van offerdieren besprengen. Ook bij de tempeldienst vloeide (2 Kronieken 29:24) bloed om de zonden te verzoenen. Zo hebben wij het bloed van Christus (Johannes 1:29) nodig om gered te worden. Hij is het Lam dat de zonde van de wereld (Jeremia 31:31) wegneemt. Zijn bloed is het bloed van het nieuwe verbond dat (Matteüs 26:28) bekrachtigd werd toen Hij uitriep: Het is volbracht! Wie bescherming zoekt achter dat bloed, heeft versterking van het geloof nodig.
De Here gebruikt daarvoor naast het hoorbare Woord ook (Handelingen 2:41-43) de zichtbare tekenen van brood en wijn. Voor hen die daarvan eten en (1 Korintiërs 11:28) drinken, is zelfonderzoek noodzakelijk.
Ten eerste zal ieder moeten beseffen, dat hij schuldig is door het overtreden van Gods wet, dat hij daardoor de vloek van God (Psalm 143:2) waardig is en dat hij met berouw voor Hem dient te buigen. Verder moet ieder zichzelf onderzoeken of hij de belofte van God gelooft, dat hem al zijn zonden vergeven zijn vanwege het offer van (Hebreeën 10:19-22) Jezus Christus. Ten slotte moet ieder zich afvragen of hij gezind is, voortaan uit dankbaarheid met heel zijn leven God de Here en zijn naaste te dienen (Romeinen 12:1,2) en lief te hebben. Zij die deze gezindheid niet kennen, mogen niet aan het avondmaal (1 Korintiërs 5:11) deelnemen.
Dit betreft allen die niet op de Here alleen willen vertrouwen; allen die Hem op een andere manier dienen dan Hij in de Bijbel beveelt; allen die de naam van de Here door vloeken of op andere wijze misbruiken; allen die de kerkdiensten niet trouw bezoeken, of de prediking en de sacramenten minachten; allen die hun ouders of andere gezagsdragers niet eren; allen die zich aan menselijk leven vergrijpen of haat koesteren tegen hun medemensen en zich niet met hen willen verzoenen; allen die, getrouwd of ongetrouwd, hun lichaam niet rein bewaren; allen die zich oneerlijk verrijken of die verkwistend of gierig leven; alle leugenaars en roddelaars; en allen die niet verlangen het kwaad tot in de wortel van hun hart uit te (Exodus 20:1-17) roeien. Zolang zij zich niet bekeren, moeten zij zich van het avondmaal (1 Korintiërs 11:29) onthouden, opdat Gods oordeel over hen niet verzwaard zal worden.
Maar dat wil niet zeggen dat het avondmaal voor hen is die zonder (Matteüs 11:28) zonden zijn. Integendeel, als wij gebukt gaan onder onze zonden en onze redding bij Christus zoeken, zijn we bij Hem welkom. Dan zal Hij ons aan zijn tafel verzekeren van zijn liefde en trouw. Dan deelt Hij het (Johannes 6:54-56) heil uit: vergeving van zonden en eeuwig leven. Dan ervaren wij door zijn Geest de eenheid met onze Gastheer, zoals Paulus daarover spreekt in zijn brief aan de Galaten: Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij. Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is) niet meer mijn ik, maar Christus leeft (Galaten 2:20) in mij.
Die Geest verbindt ons ook aan elkaar: Want één brood is het, zo zijn wij velen één lichaam, dewijl wij allen ééns broods deelachtig zijn. Omdat het één brood is, zijn wij, hoe velen ook, één (1 Korintiërs 10:17) lichaam; wij hebben immers allen deel aan het ene brood.
Zo genieten wij aan de tafel van de Here de voorrechten die wij nu reeds in Christus hebben.
Daarnaast vestigt de avondmaalsviering onze aandacht ook op de toekomst. Paulus zegt immers dat wij de dood van (1 Korintiërs 11:26) de Here moeten verkondigen totdat Hij komt. Wij zien dan ook uit naar de wederkomst van Christus en naar de bruiloft van het Lam, waar Hij (Openbaring 19:6-9) de wijn met ons nieuw zal drinken in het Koninkrijk van zijn Vader. (Openbaring 22:20) Amen. Ja kom, Heere Jezus! Amen, kom, Here Jezus!

Laten wij, voordat we overgaan tot de bediening van het avondmaal, samen bidden:
Barmhartige Vader, wij danken U voor het zenden van uw Zoon naar deze wereld, die onder de vloek ligt. Doe ons beseffen, waarom het nodig was. Bij U, o Heere! is de gerechtigheid, maar bij ons is de beschaamdheid der aangezichten. O Heere, vergeef! Bij U Here, is de gerechtigheid, (Daniël 9:7,19) maar bij ons is een beschaamd gelaat. O Here vergeef.
Wij danken U, Here Jezus, dat U voor ons wilde lijden en sterven. Laat ons meer en meer de waarde zien van het offer dat U bracht. Wij verwachten ons heil van U, maar wij zijn zondaren. Toch komen wij tot dit heilig avondmaal, want U nodigt juist hen. U bent het ware brood uit de hemel. Voed ons, vermeerder ons geloof. Geef dat wij niet twijfelen aan uw beloften. Wij danken U, Heilige Geest, dat U uw reinigend werk wilde beginnen in onze onwillige harten. Zet het voort, opdat wij steeds minder in onze zonden leven. Doe ons de gemeenschap der heiligen beleven. Open ons hart en verlicht ons verstand, opdat wij deze maaltijd niet op onwaardige wijze gebruiken. Verhoor ons, barmhartige God, om Jezus’ wil. Amen.

Laten wij bedenken dat het gebroken brood en de vergoten wijn tekenen en zegels zijn van het lichaam en bloed van Christus. Richt (Kolossenzen 3:1) daarom uw harten op Hem, die aan de rechterhand van de Vader is.

(Bij het breken en uitdelen van het brood spreekt de dienaar:)
Het brood dat wij breken, is een gemeenschap met het lichaam van 1 Korintiërs 10:16 Christus. Neem en eet, gedenk en geloof dat het lichaam van onze Here Jezus Christus gegeven is tot een volkomen verzoening van al onze (Matteüs 26:26) zonden.

(Bij het geven van de beker zal de dienaar spreken:)
De beker der dankzegging, waarover wij de dankzegging uitspreken, is (1 Korintiërs 10:16) een gemeenschap met het bloed van Christus. Neem die en drink allen daaruit, gedenk en geloof dat het kostbaar bloed van onze Here Jezus (Matteüs 26:27,28) Christus vergoten is tot een volkomen verzoening van al onze zonden.

(Terwijl men aan tafel zit, kan er gelezen en gezongen worden; daarna spreekt de dienaar:)
Nu de Here ons aan zijn tafel gevoed heeft, is het goed om Hem te prijzen:
Welgelukzalig is hij die de God Jakobs tot zijn hulp heeft, wiens verwachting op de HEERE, zijn God is; Die de hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat in dezelve is; die trouw houdt in der eeuwigheid. Die de verdrukte recht doet, die de hongerige brood geeft; de HEERE maakt de gevangenen los. De HEERE opent de ogen der blinden; de HEERE richt de gebogenen op; de HEERE heeft de rechtvaardigen lief. De HEERE bewaart de vreemdelingen; Hij houdt de wees en de weduwe staande; maar der goddelozen weg keert Hij om. De HEERE zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht. Hallelujah! Hem, Die op de troon zit, en het Lam, zij de dankzegging, en de eer, en de heerlijkheid, en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.
Welzalig hij die de God van Jakob tot zijn hulp heeft, wiens verwachting is op de HERE, zijn God, die hemel en aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daarin is, die trouw houdt tot in eeuwigheid; die de verdrukten recht verschaft, die de hongerigen brood geeft; de HERE maakt de gevangenen los, de HERE maakt de blinden ziende, de HERE richt de gebogenen op, de HERE heeft de rechtvaardigen lief; de Here behoedt de vreemdelingen, wees en weduwe houdt Hij staande, maar de weg der goddelozen maakt Hij krom. De HERE is Koning voor eeuwig. Uw God, (Psalm 146:5-10) o Sion, is van geslacht tot geslacht. Hallelujah. Hem, die op de troon gezeten is, en het Lam, zij de lof en de eer en de (Openbaring 5:13) heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden. Amen.

Wij besluiten deze avondmaalsviering met dankzegging en gebed:
Barmhartige God en Vader, wij danken U dat wij de dood van uw Zoon, onze Here Jezus Christus mochten verkondigen als het enige fundament van ons behoud. Wij loven U, omdat wij door uw Heilige Geest de gemeenschap met uw Zoon en de gemeenschap met elkaar mochten genieten. Wij bidden U, dat wij door de viering van dit avondmaal versterkt worden in ons geloof. Verdiep onze liefde tot U en tot elkaar. Help ons zo te leven, dat het tot uw eer is. Geef dat we met groot verlangen uitzien naar de wederkomst van onze Here, die ons heeft leren bidden:
Onze Vader, die in de hemelen zijt; uw Naam worde geheiligd, uw Koninkrijk kome, uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren, en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze; want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.


Formulier voor de viering van het Heilig Avondmaal II

Korte toelichting vooraf
Algemeen De structuur van dit formulier gaat voor een groot deel terug op een vorm waarvan de wortels terug te vinden zijn in de oude kerk. Het begint met de verwijzing naar de opdracht die de Here Jezus zelf gegeven heeft. Daarna komt het zelfonderzoek met daaraan gekoppeld de nodiging om te vieren. De eigenlijke viering begint dan met een oproep om de harten de verheffen tot God, waarna een groot lofprijzingsgebed wordt uitgesproken. Deze lofprijzing heeft verschillende onderdelen die met verschillende schuingedrukte kopjes worden aangegeven. Hierna volgt eventueel een vredegroet en wordt de gemeenschap bij brood en wijn gevierd. Het geheel kan afgesloten met een bepaalde manier van dankzegging.

Inhoud
In dit formulier is het zelfonderzoek niet een afzonderlijke gebeurtenis die een week van tevoren begint. Voordat de viering aanvangt, wordt erop gewezen om niet achteloos en oneerbiedig, maar in geloof en met een oprecht hart aan de viering deel te nemen. Die koppeling in één dienst was oorspronkelijk ook zo bedoeld. Maar omdat het anders allemaal wel erg lang ging duren, werd in de loop van de geschiedenis op de zondag voorafgaande aan de viering voorbereiding gehouden.
In de formulieren zoals die zijn vastgesteld in de vorige eeuw is - waarschijnlijk ook ter bekorting - de zondencatalogus verdwenen. Ook in dit formulier komt deze niet voor. Het onderwijs aangaande het avondmaal is vervat in een lange lofprijzing. Voor Gods aangezicht worden zijn grote daden in schepping, geschiedenis en voleinding uitgesproken. De gemeenschap die avondmaal viert wordt gezet in het grote verband van al Gods daden van heil. Het is de lévende Here die ons aan zijn maaltijd nodigt. Daarom ontbreekt ook het aspect van de opstanding niet. Al de daden van God in schepping, geschiedenis en voleinding staan niet los van de gekruisigde en opgewekte Here. Aan de maaltijd worden al die grote daden gedacht met als centrale daad het kruis en de opstanding van Christus. Praktisch gebruik Dit formulier biedt de mogelijkheid om de gemeente een actieve rol te laten vervullen tijdens de viering. Er zijn passages in de tekst die zich er goed voor lenen om door de gemeente uitgesproken te worden. Aangezien we hier niets willen voorschrijven, worden enkele suggesties gedaan. Passages waarvoor een sterretje is geplaatst kunnen eventueel door de hele gemeente gezegd worden. In enkele voetnoten worden ook wat suggesties gedaan voor het gebruik. Het zijn niet meer dan suggesties.

Gemeente van onze Here Jezus Christus, Opdracht om de maaltijd van de Here te vieren
In het evangelie lezen wij dat onze Heiland Jezus Christus in de nacht voor zijn sterven (Matteüs 26:26-29) met zijn leerlingen het Pascha vierde. en parallelle gedeelten Tijdens deze viering heeft Hij het avondmaal ingesteld. Daarbij wees Hij brood en wijn aan als tekenen van het offer van zijn lichaam en bloed. Hij gaf daarbij de opdracht deze maaltijd telkens weer te houden tot zijn gedachtenis, totdat Hij komt.

Zelfonderzoek en nodiging
Wanneer wij aan deze opdracht gehoor geven, vieren we de gemeenschap met onze Heiland (1 Korintiërs 10:16) die zichzelf gegeven heeft voor onze redding. (1 Korintiërs 10:17) In zijn licht vieren we ook de gemeenschap met elkaar. Zondaren worden aan zijn maaltijd genodigd. Voordat we avondmaal vieren, moeten we ons toetsen of we berouw hebben over onze zonden, of we geloven dat onze zonden vergeven zijn vanwege het lijden en sterven van Christus en of we bereid zijn God en de naaste van harte en oprecht te dienen. Want wie achteloos eet en drinkt en niet beseft dat het om de gemeenschap met het lichaam van de Here gaat, (1 Korintiërs 11:20-30) roept een oordeel van God over zichzelf af. Erken dan uw diepe schuld voor God en verwacht alle heil alleen van Jezus Christus en verklaar van harte bereid te zijn om dankbaar voor God en de naaste te leven. Dan bent u van harte uitgenodigd. Vier dan de maaltijd van de Here met een oprecht hart. Ontvang in geloof het brood en de wijn, en verheug u over uw redding door Christus. Wie Christus Jezus erkennen als hun Here en Heiland en Hem hartelijk liefhebben, worden genodigd aan de maaltijd van de Here om dankbaar en gelovig in te stemmen met de lofprijzing van God, onze hemelse Vader Lofprijzing aan tafel Laten wij onze harten verheffen tot God en brengen wij Hem onze dank. U brengen wij dank, Here, onze God, die Uw macht en majesteit hebt getoond in de geschiedenis van Israël, uw volk. Uit Egypte hebt U uw volk geroepen (Hosea 11:1) en geleid door de woestijn. U hebt het gebracht in een land vloeiende van melk en honing, (Deuteronomium 6:3) e.a.p. land van belofte. U hebt tot de vaderen gesproken door uw heilige profeten en ten slotte hebt U gesproken door Jezus, uw Zoon, de Messias van Israël, (Hebreeën 1:1-4) die Heer is van alle volken. Daarom prijzen wij uw grote Naam en stemmen wij in met de lof die U wordt toegebracht door heel uw schepping en door al uw volk Gedachtenis van Christus Wij prijzen U omwille van Jezus, uw Zoon. Hij heeft het pad van uw geboden voor ons gelopen ten einde toe; Hij heeft in de hof van Gethsémané de last van onze zonden getorst, zodat zijn zweet werd als druppels bloed (Lucas 22:44) die op de aarde vielen; Hij werd gebonden, (Johannes 18:12) opdat wij zouden worden bevrijd; Hij werd diep gesmaad, opdat wij nooit meer te schande zouden worden; (Matteüs 26:66) Hij werd onschuldig ter dood veroordeeld, (Johannes 18:38) opdat wij voor uw rechterstoel vrijgesproken zouden worden; Hij heeft aan het kruis de felheid van uw toorn gedragen en de angst van het geheel door U verlaten zijn, opdat wij door U aangenomen (Matteüs 27:46) en nooit meer door U verlaten zouden worden;
Hij heeft het genadeverbond bekrachtigd Johannes 19:30 toen Hij zei: ‘Het is volbracht’. Hij is om onze rechtvaardiging (Romeinen 4:25) uit de doden opgewekt, (Handelingen 1:9) opgenomen in de hemel (Matteüs 26:64) en gezeten aan uw rechterhand, ons ten goede. (Handelingen 1:11) Vandaar zal Hij terugkomen om met ons de vrucht van de wijnstok nieuw te drinken (Matteüs 26:29) in het Koninkrijk van zijn Vader en parallelle plaatsen dat geen einde heeft. Instelling In de nacht, waarin Hij werd overgeleverd, (1 Korintiërs 11:23,24) nam Hij een brood, en parallelle plaatsen sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het aan zijn leerlingen en zei: dit is mijn lichaam voor u, doet dit tot mijn gedachtenis. (1 Korintiërs 11:25) Zo nam Hij ook de beker, en parallelle plaatsen sprak de dankzegging daarover uit, liet hem rondgaan en zei: (Lucas 22:20) deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed die voor u uitgegoten wordt (Matteüs 26:28) tot vergeving van zonden. Doet dit, zo dikwijls u die drinkt, (1 Korintiërs 11:25) tot mijn gedachtenis. *Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker verkondigen wij de dood van de Here totdat Hij komt. Gebed om de Heilige Geest Werk met uw Heilige Geest, o God, opdat wij in brood en wijn door het geloof deel hebben aan Jezus Christus, de Here. Maak ons door uw Geest één met Hem die zichzelf voor ons gegeven heeft en verbind ons met elkaar als levende leden van zijn lichaam tot lof en eer van uw Naam. Zoals dit brood, dat wij breken, verstrooid was over de velden maar werd samengebracht en één is geworden, - breng zó uw gemeente bijeen van heinde en ver in het rijk van uw vrede. *Want U alleen komt alle eer toe tot in lengte van dagen, door Jezus Christus, uw Zoon, onze Here. Amen.

Gebed des Heren (Matteüs 6:9-13) *Onze Vader….

Vredegroet

Gemeenschap van brood en wijn
Bij de breking van het brood: (1 Korintiërs 10:16). Het brood, dat wij breken, is de gemeenschap met het lichaam van Christus. Neemt, eet, gedenkt en gelooft dat het lichaam van onze Here Jezus Christus gegeven is tot een volkomen verzoening van al onze zonden.

Bij het geven van de beker:
(1 Korintiërs. 10:16) De beker der dankzegging is de gemeenschap met het bloed van Christus. Neemt die, drinkt allen daaruit. Gedenkt en gelooft dat het bloed van onze Here Jezus Christus vergoten is tot een volkomen verzoening van al onze zonden.

Dankzegging

2899